676 Lezing ‘beken’

676e activiteit

Datum: Donderdag 20 april 2023

Ir. Alfred Paarlberg heeft ons in zijn lezing ‘Limburgse beken, beleid in historisch perspectief’ meegenomen op een tijdsreis wat betreft het waterbeleid in Limburg.

 

Na een introductie over het ontstaan van waterschappen in Nederland is er uitgebreid ingegaan op de visies die ten grondslag lagen aan de beleidsplannen in de periode 1950 tot heden. In deze periode heeft de heer Paarlberg vanuit zijn functies bij verschillende waterschappen en de provincie Limburg mede vorm gegeven aan dit beleid.

Kerncijfers

Waterschap Limburg

Veranderende inzichten hebben geleid tot een andere kijk op hoe er omgegaan moet worden met water. Waar voorheen de nadruk heeft gelegen op het houden van droge voeten (snelle afvoer van water door kanalisatie van beken, afwatering van natte gebieden ten behoeve van de landbouw ) is in de loop van de tijd de focus verschoven. Naast het kwantiteitsaspect is er veel geïnvesteerd in de kwaliteit van het water. Afvalwaterzuivering en het terugdringen van rioolwateroverstorten hebben er toe geleid dat door de sterk vervuilde beken van weleer tegenwoordig weer schoon water stroomt hetgeen de biodiversiteit ten goede is gekomen.

In de afgelopen decennia is de kijk op de waterhuishouding in Limburg verbreed gezien het probleem van het watertekort én de toegenomen aanvoer van regenwater denkend aan de hoogwatersituaties in de jaren 1993, 1995, 1998 en zeker in 2021. Op vele fronten is er gewerkt aan oplossingen voor dit probleem: waterconservering middels peilbeheer, peilgestuurde drainage en boerenstuwen hebben hieraan een bijdrage geleverd. Gezien de verwachte klimaatverandering is er meer bergcapaciteit gecreëerd door ruimte te geven aan de rivier en door beekherstel (meanderende beken). Er is sprake van een samenhangend beleid voor water, ruimtelijke ordening en milieu gericht op veiligheid, landbouw en natuur.

Door het beekdal weer te betrekken bij de beek, wordt er ruimte gecreëerd voor water. Hierdoor worden de gevolgen van hevige regenval (wateroverlast) voorkomen. Doordat er meer water vastgehouden wordt in het gehele beekdal en doordat de beekbodem verhoogd wordt, kan er ook watertekort worden voorkomen.

Hoe ziet beekdalontwikkeling er dan uit?

Een beekdalbrede inrichting ziet er schematisch uit als onderstaande figuur. Er worden daarbij vijf zones onderscheiden: de Beek (1), de Boszone (2), de Bosschagezone (3), de Bufferzone (4) en de Beekflank (5).