Uit boringen was reeds in het begin van de negentiende eeuw bekend dat er in Zuid-Limburg steenkool voorkwam. Doch alleen rond de abdij Kloosterrade (Rolduc), waar ze direct aan en onder het aardoppervlak lag, werd al sedert eeuwen steenkool gedolven. In de 2e helft van de 19e eeuw werden door de Staat der Nederlanden een relatief groot aantal concessies verleend, merendeels aan Duitse en Belgische mijnbouwondernemers. Op enkele plaatsen begonnen deze met het aanleggen van schachten. Technische moeilijkheden, in het bijzonder door waterproblemen ondergronds, vormden de reden dat deze pogingen vroegtijdig werden gestaakt. Pas nadat de waterproblematiek ondergronds beheerst werd en met de aanleg van de spoorlijn Sittard – Herzogenrath in 1896 het vervoersprobleem was opgelost, raakten de mijnbouwactiviteiten in een stroomversnelling.
Afbeelding: De Re Metallica – Gregorius Agricola


Domaniale mijn
In 1899 brachten de gebroeders Honigmann de eerste steenkool boven uit de Oranje Nassau Mijn (ON) te Heerlen. Daarna volgde de ene particuliere mijnzetel na de andere (ON I 1/m IV, Laura & Julia en de Willem-Sophia). Ze waren allen gevestigd rond Heerlen, in de Oostelijke Mijnstreek. Tot dat tijdstip had de Nederlandse Staat zelf geen belangstelling voor de kolenwinning. De enige mijnzetel, de Domaniale mijn te Kerkrade, werd in 1845 zelfs voor 99 jaar verpacht aan de Aken-Maastrichtse Spoorwegmaatschappij.
Omstreeks de eeuwwisseling besefte de regering echter dat zij een rol moest gaan spelen bij de ontginning van de eigen bodemschatten. Het resultaat was dat in 1902 de ‘Staatsmijnen in Limburg’ werden opgericht. Deze staatsonderneming begon met de aanleg van de Wilhelmina, gelegen in de regio Heerlen. Het gebied dat de Staatsmijnen zou gaan exploiteren, strekte zich voornamelijk westelijk en noordwestelijk van Heerlen uit tot aan de Belgische Duitse grens. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog waren er 6 mijnen in exploitatie, namelijk de Staatsmijnen Wilhelmina en Emma en de particuliere mijnen Oranje Nassau I en II, de Laura en Domaniale Mijn. In aanleg waren toen de Staatsmijn Hendrik te Brunssum en de Oranje Nassau III te Heerlen. Later kwamen daar nog bij de Staatsmijn Maurits te Geleen, alsmede de Julia en de Oranje Nassau IV, beide in de regio Heerlen. Vermeldenswaard is dat de steenkool die ten zuiden en zuidoosten van Heerlen werd gewonnen vrijwel geheel uit gasarme kool (antraciet) bestond en daardoor zeer geschikt was voor huisbrand. De door Staatsmijnen gewonnen steenkool uit het zeer omvangrijke gebied ten westen en noord- westen van Heerlen was echter zeer gasrijk en niet bruikbaar voor huishoudelijke doeleinden. Wel werd vastgesteld dat uit deze steenkool een voortreffelijke kwaliteit cokes kon worden gemaakt. In 1914 werd dan ook besloten bij Staatsmijn Emma een cokesfabriek te bouwen, die in 1918 in bedrijf kwam.
Ten behoeve van de koeling die nodig was bij de productie van elektriciteit ontwikkelde Prof. dr. ir. F. van Iterson z’n zeer efficiënte ‘hyperboloïde-koeltoren’. In 1924 volgde een tweede bij Staatsmijn Maurits.



De grote hoeveelheden gas die door deze fabrieken werden geproduceerd, werden via een uitgebreid gasnet verkocht voor huishoudelijk gebruik. Eerst in Zuid Limburg, maar later werd ook de gehele provincie Noord-Brabant van dit stookgas voorzien. Naarmate de productie van deze ‘cokeskolen’ bij Staatsmijnen steeg, ontstond tegen het eind van de twintiger jaren een duidelijk overschot aan cokesovengas. Dit kon worden benut als grondstof voor een chemische industrie.
Zo ontstond in 1930 het Stikstofbindingsbedrijf van Staatsmijnen, waar het uit dit cokesovengas verkregen waterstofgas met behulp van uit de atmosfeer gewonnen stikstof werd omgezet in ammoniak, salpeterzuur en kunstmest. Dit was het begin van een omvangrijke chemische industrie in Zuid-Limburg. De ‘Maatschappij tot Exploitatie van Kooksovengas’ (Mekog) was het eerste bedrijf dat door de Staatsmijnen buiten Zuid-Limburg werd opgezet en wel in 1929 in IJmuiden om in samenwerking met de Hoogovens en Shell cokesovengassen te benutten.